23 juli 2012

Met Huib op de Strabrechtse heide

Dode boomstammen blijven staan voor de insecten
Nu het zomer is, gaan Huib en ik soms ook wat verder van huis wandelen; het is toch langer licht. Het was Huibs' voorstel om eens op de Strabrechtse heide te gaan wandelen. En laat nou de wandeling eigenlijk daar beginnen waar ik voor de kinderen de natuurexcursies doe in het kader van mijn vrijwilligerswerk voor SBB. Op het paadje waar de solitaire bijen zich soms "en masse" met graafwerk bezig houden liep onze route verder. Het was de Vennekesroute. Hij slingerde door het heide landschap met talloze vennen. Daar was ik allemaal nog niet eerder geweest. Meestal heb ik het na afloop van zo'n excursie wel gehad en wil ik gewoon naar huis. Er vloog een bepaald niet zeldzame "vlinder" rond die ik nog niet ken en daarom hier plaats. (Jap S heeft me de naam inmiddels verteld).
Amata phegea of Phegea vlinder
Dit gebied heeft in het kader van het 75-jarig bestaan van de Uyttenboogaart-Eliasen stichting een bedrag ontvangen om het vierde insectenreservaat van Nederland in te richten. Dit is het gebied waar de voorzitter van de sectie Thijsse zijn sporen heeft verdiend. Van deze sporen zie je e.e.a. terug; in de buurt van het "Hoenderbos" zie je hoog afgezaagde boomstompen. "Geen gezicht" zullen velen bij het passeren van deze plek denken. Maar dat zijn de houtwespen niet met deze passanten eens. Opstaand dood hout, op warme plekken in de zon zijn voor sommige houtwespen van levensbelang. Het is hier niet voor niets een insectenreservaat. 
Van Ab vD leerde ik het schapenzuring kennen; kennelijk heet dat onooglijke maar talrijk voorkomend plantje niet voor niets zo, want ik zag zo'n Kempisch heideschaap met genoegen knabbelen op de stengels van dit op zeer schrale grond voorkomend plantje. 
Kempisch heideschaap "smult" van de schapenzuring
We rondden het Beuven en kwamen bij het stuk van Strabrecht waar 2 jaar geleden een stevige brand had gewoed. Kranten spreken dan van "de verwoesting" van een stuk natuurgebied. En natuurlijk is het ogenschijnlijk een ramp, zeker voor de dieren die bij de brand omkomen. Jap vertelde mij de tragiek van hagedissen die tegen de blussers opsprongen om in veiligheid te komen; smeulende mierennesten; vluchtende insecten die met brandende vleugels in de vlammen omkwamen. Dat is tragiek, natuurlijk. Maar "im grossen ganzen" wordt een gebied er niet slechter van. Juist door het verdwijnen van oude bomen, hoog opgeschoten verhoutte heide ontstaat er weer ruimte voor vernieuwing. Brand geeft zelfs merkwaardig genoeg een impuls aan sommige insecten om erheen te vliegen en eieren te leggen op de omgekomen dieren of op het (half)verbrande hout. Ook bepaalde paddenstoelen komen slechts voor in bossen nadat er een brand is geweest. De natuur heeft overal een oplossing voor kennelijk.
Deel van het verbrande deel van de heide. Nu fraai hersteld.
Het bos zag er nu triest uit met allemaal dode, verbrande bomen. Maar ..... dat is weer heel goed voor de insecten. En de kruidenlaag met de eenjarige planten had nu alle ruimte en het had al met al een bijzonder frisse en bonte aanblik. Fraai zoals het geheel zich aangepast en hersteld had. En ook hier de stompen van hoog afgezaagde bomen. Ik ben reuze benieuwd hoe dit nieuwe insectenreservaat zich zal ontwikkelen.
Huib en ik sjokten natuurlijk verder door het fraaie natuurgebied. uiteindelijk werd het toch weer 24 kilometer. Het is een zeer aan te bevelen wandeling die we hier hebben gemaakt, zeker nu in de vroege zomer.

1 opmerking:

Jap zei

Dag Ferry, hier wat opmerkingen van je vriend de boswachter. leuk verhaal. En eindelijk eens de hele heide gezien. Strabrecht is het vierde Insectenreservaat. De bijenkuil op Texel, Hengstenbitter in Gaasterland en het Kuinderbos gingen voor. De vlinder heet Amata phegea of Phegea vlinder. Ga zo door leuke blog. groet, Jap