14 augustus 2013

Traudl Junge

Fascinerend boek, de herinneringen van de persoonlijk secretaresse van Adolf Hitler. Tot het fatale schot dat het definitieve einde van WO II inluidde, Hitlers' zelfmoord, was zij in zijn nabijheid. De herinneringen zijn uitgegeven in het boek: "Tot het laatste uur" van haar hand.
De man Hitler die met zijn bevelen, vanuit zijn hoofdkwartieren de grootste gruwelen teweeg kon brengen ontpopte zich achter de schermen als een enorme ouwehoer, die zijn hele hofhouding tot in de kleine uurtjes verveelde met geleuter over zijn jeugd; iedereen vocht tegen de slaap en moest maar doen of het hem of haar geweldig amuseerde. Hij hield zich verder ook met kleine persoonlijke détails van deze mensen om zich heen bezig, terwijl de wereld in brand stond, terwijl hij zijn genocide deed uitvoeren, terwijl hij zijn eigen bevolking naar de verdommenis liet gaan.
Als het windstille oog in de orkaan, zoals zo schitterend wordt beschreven in "Travels with Charley" door Steinbeck in het begin van zijn boek, zo gebeurt er in de "stille uren" van het hoofdkwartier ook vrijwel niets van belang. En intussen gaat die moordmachine gewoon door.
Nog niet zo lang geleden las ik een dergelijk boek over het leven naast dictator Mao ze Dong van China, geschreven door diens lijfarts. Ook zo'n huiveringwekkende persoon met absolute macht die direct rondom zichzelf een schijnwereld creëerde. In de oudheid voorbeelden genoeg: Suetonius schrijft over Tiberius en andere keizers een vergelijkbare idiotie. Absolute macht is iets verschrikkelijks voor een land of volk; vrijwel geen mens kan die weelde dragen. Keizer Marcus Aurelius was een uitzondering.

Geen opmerkingen: