07 januari 2014

Paddy en Kokoshka in Rotterdam

Het eerste boek (a time of gifts) van Patrick Leigh Fermor, voor zijn vrienden Paddy, over zijn voetreis door Europa, gemaakt tussen december 1933 en 1934 blijft mij intensief bezig houden. Zijn reis begon feitelijk in Rotterdam; eerlijk gezegd dacht ik aanvankelijk dat de reis in Hoek van Holland begon, maar bij tweede lezing besefte ik mij pas dat hij het traject van Hoek van Holland naar Rotterdam per trein had afgelegd. Hij bezocht de Grote of St Laurenskerk aldaar en bij het afscheid van de stad, bij het verlaten van het kroegje waar hij de lekkerste gebakken eieren had gegeten en op de vraag van de eigenaar had gezegd dat hij te voet op weg ging naar Constantinopel, had hij een glaasje echte Hollandse jenever gedronken; dat was het echte begin van de reis zo memoreert hij!
Wij waren vandaag in Rotterdam bij de TT in het Boymans van Beuningen museum van het werk van de schilder Oskar Kokoshka. Er hing erg veel werk van hem en de extra entree kosten van vijf euro waren het zeker waard. Het is niet zo mijn smaak dat werk van hem; niet abstract of non-figuratief maar vaak als klodderwerk. Niet altijd hoor, de affiches op de stations die mij al maanden lang attendeerden op de TT tonen een imposant schilderij van een mandril en dat vind ik echt mooi. Meer van dierportretten achtte ik bijzonder en ook de portretten van mensen vielen in de smaak. Van de rest was ik niet onder de indruk. Het meest tot de verbeelding sprak wel de NDR reportage die in 1966 was opgenomen waarin Oskar sprak over zijn leven en wat dit voor zijn kunst had betekend. Hij heeft in WO I in de loopgraven gevochten en werd zwaar gewond; in WO II was hij in Dresden en heeft het afgrijselijke bombardement meegemaakt. Hij was het geloof in de mensheid behoorlijk kwijt geraakt alzo werd duidelijk. De kunst blijft. Zonder het als zodanig te noemen maakte hij het oude gezegde duidelijk: vita brevis, ars longa!
Daarna de vaste collectie van het Boymans snel bekeken; die is zeer divers en moeten we vaker gaan bekijken.
En toen door naar de St Laurens, waar ik wel eens wilde zien of de zwart-witte plavuizen die Patrick beschreef de bombardementen van 10 mei 1940 hadden overleefd. Dat was helaas niet het geval. De kerk is in puin gegooid; slechts de toren heeft het deels overleefd en de vloer was geheel gerestaureerd, althans de door hem beschreven plavuizen lagen er niet meer.

Geen opmerkingen: