25 oktober 2014

Een dag cultuur in Koblenz

Binnenstad van Cochem
Na drie dagen wandelen een dag cultuur: we zijn vanavond naar de opera in Koblenz geweest. ‘sMorgens eerst nog wat door Cochem geslenterd zoals de andere toeristen. Natuurlijk bij een banketbakker een fantastische “Kuche” en koffie genomen; niet zo zoet als “bij ons”, maar wel erg lekker en gevarieerd; smullen dus. Nog wat rond gekeken en toen maar naar het station van Cochem gelopen langs de Moezel. We haalden de trein precies en toen de rit langs de Moezel; mooie uitzichten op de hellingen met druivenranken in herfstkleuren, rotspartijen en de rivier zelf natuurlijk. Na een uurtje kwamen we aan in Koblenz. We moesten naar de andere kant van de Rijn, waar Roos met veel moeite een hotel had gevonden. Dat leek met de trein een hele afstand; hij maakte een grote lus naar een brug over de Rijn en toen weer terug. Maar hemelsbreed stelde het niets voor. Roos had het hotel snel gevonden; was onderdeel van een complex met een Indiaas restaurant; een fantastisch lekkere lucht van kerrie hing in het restaurant. We wilden er eigenlijk wel een hapje eten, maar nee, de ober was onverbiddelijk: “gesloten”. Nou dan maar de stad in, ook geen straf, hoewel wat moet je allemaal doen om de tijd in een stad te vullen tot half acht, de aanvang van de opera. Eerst maar een beetje rond gelopen en ergens in een bijzonder gezellige lokaliteit een hapje gegeten: voor mij de reibekuchen mit apfelmusz; smaakte me weer bijzonder! Maar ja wat dan verder met de tijd?! Effe cultuur snuiven zou het worden; er was een museum dat tot 18.00 uur open was en dat hebben we gebruikt, niet alleen om ons onbekende kunst te genieten maar ook om de tijd zinvol door te brengen. En daarna nog maar een keer naar die Deutsche Ecke, de plek waar de samenvloeiïng van RIjn en Moezel plaatsvindt; confluentes, samen vloeiïng, de naam van Koblenz door de Romeinen gemunt.
En toen natuurlijk het pièce de résistance, de opera. Onze wandeldagen hadden we tevoren gepland en Roos had ergens gezien dat er in die dagen net een opera was in Koblenz; Emilia Galotti van de NLse componist Marijn Simons. Eerst om 19.00 uur een komisch aandoende inleiding door de artistiek directeur van het theater; en daarna een korte toelichting van de componist zelf, een artistieke jonge man, keurig in het pak met stropdas; zijn dame in het lang, heel chique met handschoenen tot over de ellebogen; leuk om te zien.
Ik zat op een geweldig goeie plek; tweede rij, vlak voor de orkestbak; leuk theater, zoals je je een echt opera gebouw voorstelt: intiem, met balkons, niet te groot.
De voorstelling was heel bijzonder. Als gewoonlijk begreep ik weinig van het verhaal maar heb ik volop genoten van de muziek en de zang. Ultramoderne muziek en fantastische zang. Roos zat ergens achterin de zaal; geen probleem want het was een stuk kleinschaliger dan wat we gewend zijn in het operagebouw in Amsterdam; dat is wel een megagebouw; moet toch ten koste gaan van de kwaliteit van wat je kunt horen. In deze kleinere zaal was het geweldig goed te horen allemaal; ook de muziek die soms heel subtiel was kon je tot in de kleinste details horen. Ik heb er van genoten. Grappig eigenlijk want meestal ben ik niet erg geporteerd van die ultramoderne muziek. Maar die Marijn kon wel eens een hele grote worden!
Na afloop een donderend, langdurig applaus waarbij artiesten en alle ondersteuning tot wel vier keer toe terug kwam. In tegenstelling tot wat er in NL tegenwoordig gebruikelijk is, geen staande ovatie; vond ik heel opvallend, want in dit geval zou het misschien wel terecht zijn geweest. Maar je moet het voor heel bijzondere uitvoeringen bewaren zo moge duidelijk zijn uit de reaktie van dit duidelijk goed op de hoogte zijnde operapubliek. Maar gelukkig hebben wij in NL Paul de Leeuw!
Moet je nagaan, hier in Koblenz wordt Emilia Galotti tot wel vijf keer uitgevoerd. In Utrecht wordt de opera Medea één keer uitgevoerd; de Duitsers zijn ons NLers cultureel nog steeds de baas zou ik misschien wat los uit de pols willen concluderen.
We kwamen om half tien weer in ons hotel en hoopten eigenlijk dat we nog een Indiaas hapje zouden kunnen verschalken, maar nee, opnieuw de obder die ons er onverholen op attendeerde dat de zaak gesloten was. Gelukkig hadden we nog dat stuk Schweinehaxe van gisteren uit Cochem; dat heb ik soldaat gemaakt.

Geen opmerkingen: