03 juli 2016

Hoe Halley over zijn graf heen regeerde

Eigenlijk wilde ik bij de bieb een ander boek van deze schrijfster, een boek over de natuurvorser von Humboldt. Ergens in een museum in Guernica, Noord Spanje kwam ik wat meer te weten over de grootheid van deze meneer en ik wilde wel eens wat meer over hem weten. Maar helaas, het boek was niet in de regio IdeaCultuur beschikbaar, wel allerlei flauwekul romannetjes, maar niet het boek over Von Humboldt. Maar wel, van de pen van de zelfde schrijfster een boek over de zoektocht naar de absolute grootte van de afstand van de aarde tot de zon.
De grote astronoom Halley (1656-1742), de man van de komeet van Halley dus, had aan de astronomische wetenschappelijke wereld de boodschap achter gelaten dat zij bij  de overgang van Venus, d.w.z. van de passage van Venus precies tussen de zon en de aarde waarnemingen konden doen waaruit deze afstand kon worden afgeleid.
Deze gebeurtenis is behoorlijk zeldzaam, zij geschiedt steeds in paren met een verschil van acht jaar en daarna duurt het meer dan een mensenleven voordat het opnieuw plaatsvindt. Ook in mijn tijd heeft een tweetal passages plaats gevonden; in 2004 en 2012; is eerlijk gezegd straal aan mij voorbij gegaan; passages van Mercurius worden regelmatig gemeld en daar heb ik de passages van Venus kennelijk onder geschaard. Hoewel, zo'n zwart stipje over het gigantische oppervlak van de zon is "an sich" ook niet echt spectaculair. Maar wat men er in de achttiende eeuw mee heeft gedaan daar neem ik mijn petje diep voor af!
Halley had aangegeven dat de twee Venus overgangen van resp. 1761 en 1769 gebruikt konden worden om de afstand van de aarde tot de zon te bepalen; zelf kon hij menselijkerwijs gesproken deze datum niet lijfelijk meemaken. Daartoe zou de tijdsduur van de overgang op verschillende plaatsen op aarde moeten worden bepaald alsmede de excacte plaats op aarde en de exacte aardse tijd waarop het binnentreden en het uittreden van Venus plaats zouden vinden. Verder moesten al die vaak op onmogelijke plekken gelegen waarnemingsplaatsen nog bereikt kunnen worden met al die zware meetapparatuur.
In die tijd was dat een voor ons heden nauwelijks invoelbaar probleem. De problemen die de onderzoekers hebben ondervonden worden prachtig beschreven in het boek van Andrea Wulf; het geeft een heel goed inzicht hoe doorzettingsvermogen destijds de wetenschappers dreef; het heeft een viertal van hen zelfs het leven gekost. De waarnemingen van 1761 gaven een redelijke indicatie van de afstand, maar de waarnemingen van 1769 waren van dien aard dat de afstand tot op 1% nauwkeurig bepaald kon worden. En dat was wat voor die tijd! Nogmaals, ik neem mijn petje diep af voor de wetenschappers van die tijd! Een positief leesadvies, dat zal u lezer niet verbazen.

Geen opmerkingen: