19 augustus 2014

Mirsaal en Dindaan

Eerder las ik op advies van Jaap C., de broer van Peter C. het boek: "Volg de wolken", van de hand van Marcel Kurpershoek. Dit handelt over de tocht van Xenophon door het huidige Anatolië met zijn tienduizend Griekse huursoldaten, beschreven in de Anabasis.
Het boek vond ik fascinerend, de schrijver was mij onbekend maar daar heb ik verandering in gebracht. Kurpershoek is niet zomaar een schrijver van goede boeken, maar arabist, spreekt arabisch, kent de cultuur en heeft wetenschappelijk onderzoek gedaan, is verbonden aan de ambassade van Saoedie Arabië, speciaal gezant en feitelijk oren en ogen van onze minister van BZ!
Deze week las ik het boek "Het woeste Arabië" van zijn hand.
Hij beschrijft een avontuurlijke rondreis door Saoudi Arabië die als doel had om vaak eeuwenoude gedichten in de landstaal te verzamelen. De dichters of degenen die de gedichten nog kennen vormen de laatsten in een rij van voorvaderen; de kennis staat op uitsterven en wordt door de almachtige Islamitische geestelijken min of meer als subversief beschouwd, enerzijds omdat zij niet puur Islamitisch zijn en anderzijds omdat zij de tegenstellingen tussen de Bedouïenenstammen bezingen.
De odyssee die Kurpershoek moet maken om nog de laatste resten van deze gedichten te achterhalen wordt meesterlijk beschreven; de oneindigheid van de zandzeeën, de verzengende hitte van de zon, de band van de bedouïenen met hun dieren, kortom de hele cultuur. Maar deze cultuur, die volledig doordesemd is met de Islam leidt tot een bevolking die, zoals Kurpershoek dat beschrijft de antipode is van de NLse. In alle opzichten verschillend, als deeltjes en anti-deeltjes. Ik heb daar geen goed gevoel bij; je kunt elkaar niet begrijpen maar slechts veroordelen en dat leidt tot niets vrees ik.
Uiteindelijk blijf ik met een bijzonder onbestemd gevoel zitten na lezing van dit boek, dat verhaalt middenuit de arabische, islamitische cultuur.

Geen opmerkingen: